Taak? Lawaai maken

Sukhothai, 6 juli 2012

Een lange rit in noordelijke richting eindigde gisteren in Sukhothai, een provinciestad ongeveer halfweg tussen Bangkok en Chiang Mai. Gelukkig rijden we in comfortabele minivans met veel ruimte, zodat de lange rit wat dat betreft geen probleem is. De weg is goed. Wel een beetje saai want onderweg wisselen rijstvelden en akkers met suikerriet en papayas elkaar af maar veel andere variaties hebben we niet.
In Boeng bezoeken we als onderbreking een krokodillenfarm. De grote dieren liggen of in het water of genieten van de hete zon. Dan is vaak de bek ver open. We krijgen er een bijzondere show te zien. Twee mannen die van alles met de logge dieren uithalen. Als je af en toe de bek van zo'n reus hoort dichtklappen, dan moet het oppassen geblazen zijn. Erop staan, de handen in een bek steken en zelfs steekt een van de mannen zijn hoofd tussen de getande kaken. Het bij ons opgehaalde geld gaat rechtstreeks de bek van zo'n wandelend superhandtasje in, maar wordt door de "artiesten" er weer slim uitgevist. Beetje kitsch, beetje spannend, leuke afwisseling.

Einde middag checken we voor twee nachten in. Het Lotus Hotel is verrassend goed. Prachtige kamers, twee onder een kap, boven het water gebouwd.
We horen later dat het water ook hier voor Thailand een groot probleem is. Merkten we eerder dat men hard werkt aan waterbergingen om de opzwellende rivieren de baas te kunnen blijven. Op veel plaatsen is men nog niet zover. Het hotel waar we nu zijn is dan ook jaarlijks een maand niet bereikbaar. Economisch een ramp natuurlijk.

Vanmorgen naar de oude stad van Sukhothai gereden. Daar fietsen gehuurd en daarmee de oude stad in. Heel oud, want de gebouwen zijn 700 jaar geleden al buiten gebruikt geraakt. Het is een prachtig gebied met veel bakstenen overblijfsels. Bedenk dat die stenen pagodes en tempels overdekt waren met bladgoud en kleurige versieringen. Met het teloor gaan van het kleine koninkrijk hier verging ook de glorie. Het gebied behoort nu tot de World Heritage van de Verenigde Naties.

We reizen in de moessontijd. Dagelijks wel een bui, maar vandaag was het behoorlijk mis. Langdurig en met bakken. Dankzij de inventiviteit van reisleider Ong zien we toch veel. Hij zet de busjes weer in en blijft altijd kinderlijk vrolijk en positief. Dat moet ook wel als je denkt beroemd te kunnen worden.

Na wat luieren in de middag naar het centrum gewandeld. We eten er net als gisteren met de eettafel op straat. Prima eten en we rekenen een euro of 7 af. Veel bewoners maken herrie, veel herrie. Er rijden zelfs een bandweerauto met lawaaimakende brandweermannen en een vrachtwagentje met een orkestje erin. Taak? Herrie maken. Reden? Duizenden Agapornissen, een parkietachtige, maken veel lawaai en zorgen voor een andere moesson. Jongeren lopen met kleppers rond en vrouwen met bamboegongs om de vogels weg te jagen voor het echt donker wordt en ze niet meer weg te krijgen zijn.
Zijn die krijsende krengen weg, staat er ineens een olifant aan je tafel. Biertje?

Morgen per trein naar Chiang Mai.